50. Kijken of niet kijken, dat is de vraag!

Wanneer ik als leek eis om analyses in te zien over een willekeurig ongeluk in een kerncentrale moet ik direct mijn zin krijgen. Anno 2018 hebben we immers overal recht op zodra we dat roepen. En dan kijk ik, zoals ik ook de krant pleeg te lezen, eerst globaal de teksten door, beslis dan wat ik eerst ga lezen en ontdek een dag later dat ik niet aan alles zal toekomen, zelfs niet aan alle stukken van mijn keuze. Zo is het ook bij dat rapport in zekere zin willekeurig wat ik als eerste (of laatste) onder ogen krijg. En dat vormt mijn mening, die ik uiteindelijk ook zal meenemen naar de stembus. Met mijn onvolledige informatiewinning en mijn individuele (on-) vermogens om een willekeurige analyse op zijn merites te beoordelen (Klopt de gebruikte statistiek? Is er nog aan andere mogelijke fouten gedacht? Zijn de juiste mensen wel gehoord? enz.) trek ik wel degelijk mijn conclusies, al dan niet bewust. En nu gaat het over de gevolgen daarvan bij een stembusgang die slechts eens in de vier jaar wordt gehouden en bovendien flink wordt verwaterd door al die miljoenen andere willekeurig gevormde meningen.

Maar wat nou als ik mijn medische testresultaten op elk willekeurig moment mag inkijken? In Laat patiënt zelf kiezen bij inzage dossier in Trouw van 2-2-2018 wordt er voor gepleit dat de patiënt ook zijn resultaten mag inzien voordat die zijn bestudeerd, gepeerreviewd en beconcludeerd door een groep artsen van uiteenlopende expertise met een jarenlange ervaring in analyseren en vergelijken van medische testen en plaatjes. Natuurlijk, soms kan er een slot op bij uitslagen die beter niet meteen ingezien kunnen worden. Maar dan zie ik die stagiaire al voor me die nog niet goed in het invoersysteem is ingewerkt maar al wel de invoer alleen doet (voor toezicht zoals bij nieuwe kassamedewerkers bij de Albert Hein is tijd noch geld beschikbaar; over personeelstekorten in de zorg wordt zeer frequent bericht) en daarbij vergeet om aan te vinken dat het nog niet extern geopend mag worden. Mensen zullen, net als ik, hun conclusies trekken, maar dan zonder de vereiste medische achtergrond. Gevolgen, de ernst ervan, verschillende mogelijkheden die er nu al dan niet zijn, dat moet op zo’n moment van openbaring toch ook meteen besproken kunnen worden. Eigenlijk wordt de patiëntenzorg inclusief medisch consult verlegd naar de patiënt die zelf maar uitzoekt of hij alleen of met zelf uitgeroepen “expertise” (buurvrouw, broer die tandarts is – ook medisch dus vast goed ook al gaat nu over witte bloedlichaampjes – of een collega van kantoor) zijn eigen medische situatie gaat beoordelen en daar vervolgens actie op neemt.

Dit klinkt alsof de schrijver van dit advies een bestuurder is, iemand met een bedrijfsachtergrond, of nog beter: marketing!, dus een manager die van het product geen kaas heeft gegeten maar wel voor een hoog salaris zijn lekenmening geeft. En zijn idee spaart weer geld uit! Wat knap.

Maar nee, het zijn twee bestuurders van patiëntenfederaties. Zijn die zelf patiënt geweest? Hebben zij misschien teleurstellende ervaringen met lang wachten op uitslagen of de conclusies die voor hen werden getrokken? Waarom wordt hier geprobeerd om de expertise van een specialistische beroepsgroep naar wens buiten spel te kunnen zetten? Wat gebeurt hier toch?

Daar zit vast meer achter.