42. Wablief?

Vergelijk eens de uitspraak: “Als u iets uitlegt denkt u altijd dat wij alles snappen wat u zegt maar niemand volgt er ook maar iets van” met “Ik ben een jaar niet op school geweest en daarom heb ik de hele derde klas geen natuurkunde gehad, dus weet ik niet wat u met sommige begrippen op het bord bedoelt!”. Het lijken twee verschillende uitspraken, maar het gaat hier om dezelfde leerling die het eerste zegt, maar na mijn doorvragen het tweede blijkt te bedoelen. Als regel vertaal ik in mijn gesprekken met leerlingen bepaalde woorden direct: “iedereen” betekent eigenlijk “ik”, “nooit” betekent “nu even niet” en “ik snap er niets van” zegt eigenlijk “nu loopt alles door elkaar heen”, ofwel er is sprake van een overload aan informatie waardoor de stoppen in het hoofd tijdelijk even doorslaan. Als docent moet je de kunst verstaan om uit de uitspraken van leerlingen de werkelijke hulpvraag te destilleren voordat je de vereiste hulp kunt bieden.

Maar omgekeerd werkt het ook zo. Als ik zeg: “maak even af wat je aan het doen bent, pak dan je spullen in en wacht tot de bel gaat met weglopen” komt bij velen binnen als: “klaar voor de start: REN”. Ze pikken uit wat ik zeg de boodschap die ofwel het duidelijkst is, of hen het beste uitkomt. Met leidinggevenden moet je ook oppassen met wat je zegt, die kunnen eveneens heel apart reageren. Bij voorbeeld die ene in dat bedrijf die met de afdeling iets besprak over werktijd en vrije tijd, waarbij ik even een balletje opgooide: “…of zwangerschapsverlof opnemen!” en hij reageerde met: “ROT OP!” Het was grappig bedoeld, zo’n jonge manager die graag popi was, maar zelfs dan blijft het toch een vreemde reactie. Ik was niet zwanger, het overleg ging door en er is verder geen gevolg op geweest, maar dit was wel representatief voor hoe er over welke onderbreking van de werktijden dan ook wordt gedacht. Maar ook complimenten kunnen hard binnen komen. Een andere mannelijke leidinggevende zei eens, met de beste bedoelingen, tegen me: “Jij bent zo lekker goedkoop”. Dat klopte wel, ik werd zwaar onderbetaald, zoals ik achteraf ontdekte. Iemand op de financiële administratie werd heel boos op het bedrijf, nam ontslag en liet vlak voor het definitieve vertrek nog even, geheel per ongeluk natuurlijk, de salarisstroken van alle medewerkers, laag en hoog, in een pakket naar alle medewerkers sturen. Dat kreeg nog wel een staartje.

De kwestie is nu: als communicatie zo makkelijk mis gaat kan het alleen goed gaan als we uitgaan van goede bedoelingen en er vertrouwen is tussen de spreker en de ontvanger van de boodschap. Zodra dat vertrouwen er niet is kan elke boodschap negatief geïnterpreteerd worden en heb je de poppen weer aan het dansen. Laat iedereen bij iedere opmerking die verkeerd valt eerst eens denken: “hoe kan dit bedoeld zijn” voordat we gevolg geven aan de verkeerde conclusies en nog meer problemen creëren. Maar dan moet je wel echt naar elkaar luisteren. Alleen, willen we dat ook?