97. Er was eens een verhaal

Er was eens een verhaal en dat wilde heel graag door iedereen gehoord worden. Maar het lukte niet om iedereen te bereiken. Dus besloot het verhaal te analyseren waarom de luisteraar halverwege afhaakte, zodat er daarna actie ondernomen kon worden.

Het verhaal besloot eerst te kijken naar de zender. Sprak die misschien te snel (waardoor woorden niet konden doordringen tot de luisteraar en niet gekoppeld konden worden aan reeds aanwezige kennis) of te langzaam (waardoor de luisteraar niet meer kon onthouden wat er eerder gezegd werd, de lijn van het verhaal kwijt raakte en ten slotte afhaakte)? Zei de spreker te vaak “He?” of “Uhhhh”? Of was misschien de toon te veel boos, verontwaardigd of juist te irritant, doordat er steeds als vraag werd afgesloten? Wordt de luisteraar toegesproken als een klein kind, en is dat erg of juist wenselijk? Wellicht lag het toch aan eerdere ervaringen met de spreker: weer die mening, weer die onzin! Vorige keer klopte er niks van, dus dit hoef ik ook niet te horen (dat heb ik zelf sterk bij bepaalde politici).

En helaas, ook bij de ontvanger constateerde het verhaal een aantal problemen. Steeds als de kern van de boodschap naderde werd de aandacht weggekaapt door een berichtje op de telefoon. Of de luisteraar was door iets of iemand anders afgeleid, een beetje slaperig, gewoon niet geïnteresseerd of het ronduit oneens met de boodschap. De draad van het verhaal was verloren of delen van het verhaal waren onbegrijpelijk dan wel inconsistent met de persoonlijke ervaringen. Er was altijd wel wat!

De actie die ondernomen moest worden werd in vage contouren steeds duidelijker. Dezelfde boodschap heeft niet voor iedere toehoorder dezelfde betekenis, waarbij de relatie tussen spreker en hoorder meespeelt, de toon en woordkeus van de boodschap veel invloed hebben en relevante, doch afwezige, informatie alle verschil kan maken. De ene luisteraar is de andere niet, de belangen zijn verschillend en de (on-) mogelijkheid je als luisteraar op de spreker te concentreren bepaalt ook wat er van de boodschap blijft hangen.

Er is dus niet een universele manier om het verhaal op iedereen over te brengen. Er moet gedifferentieerd worden naar type luisteraar, de manier van het verhaal brengen moet aangepast worden aan de toehoorder en de vorm is daarbij zeer belangrijk. Van algemene mededelingen die voor iedereen bestemd zijn tot het aanleren van specialistische kennis en vaardigheden voor een selecte doelgroep: er is niet een one-size-fits-all. Dat geldt voor onderwijs, maar ook voor alle andere communicatie. Tja, toch weer een boodschap voor allen. Het zit in ons mensen; onverbeterlijk.