77. (Helemaal niet) ingewikkeld

Geen tijdmachine, maar wel een reisje door de tijd: een nostalgische trip naar het verleden! Ik stel me voor dat we een kwart eeuw terug gaan en in de kranten teruglezen hoe bestuurders en landsregeerders zich uiten: beleefd, zorgvuldig en met een vocabulaire die scholing doet vermoeden. Hoe ziet dat er nu uit? Taalgebruik dat moet doen vermoeden dat “de kiezer” in de regering zit, want als je net zo spreekt als zij dan heb je kennelijk ineens wel naar ze geluisterd. Maar ook in het onderwijs zien we hoe het er tegenwoordig aan toe gaat in bestuurderskringen: de bestuurder van het Haga Lyceum mag niet alleen ongestraft de onderwijsinspectie fysiek de toegang weigeren, maar ook een uitnodiging van burgemeester Halsema schofferend beantwoorden door de uitnodiging voorzien van middelvinger te retourneren. Van een gesprek is weer geen sprake, laat staan van respect voor de Nederlandse overlegcultuur, respect voor bestuurders of respect voor vrouwen.

Is deze man al met pek en veren uit zijn functie verwijderd? Nee, want dan zou dat – zogenaamd – geweten worden aan zijn Turkse afkomst. En dat is discriminatie!! He? Dus hij mag een gemeentebestuurder schofferen, negeren en discrimineren. Maar als je daar passende – want in de Nederlandse cultuur ingebedde – actie op onderneemt door deze man vandaag nog op staande voet te ontslaan (hij had ten slotte ook nog, tegen wettelijke verplichtingen in, de onderwijsinspectie buiten laten staan) blijven we hem maar tolereren. Nou breekt mijn klomp.

En het discriminatieverhaal is nog niet over, want in Trouw van 18 juli ’19 (pagina 2) wordt, door een vrouw, mind you, even beweerd dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen niet bestaat of door de vrouwen zelf is veroorzaakt. Ik mis in de opsomming die ze geeft hoe mannen en vrouwen verschillen in hun sollicitatiegedrag de vergelijking tussen salarissen van mannen en vrouwen die hetzelfde werk doen, dezelfde verantwoordelijkheden en hetzelfde opleidingsniveau hebben maar daar beslist niet dezelfde beloning voor krijgen, omdat we nog altijd te maken hebben met de redenatie “de man is kostwinner dus die moet zijn gezin onderhouden terwijl de vrouw alleen zichzelf leuk een beetje loopt te ontwikkelen”. En heeft ze ook gekeken naar hoe vrouwen in een nieuwe hogere positie op een lager salaris instromen omdat zij eerst nog moet bewijzen dat ze het ook echt kan, terwijl dat salaris na gebleken geschiktheid lang niet altijd alsnog wordt bijgetrokken naar het niveau van haar mannelijke collega? Nee, en daar speelt niet alleen de gunfactor een belangrijke rol, er geldt ook dat ze zich eerst moet invechten, kortom het moet afdwingen, maar ze is op voorhand al kansloos. En dat ligt dan aan haar. Waarbij het rustig ook weer vrouwen zijn die op deze manier hun competitie klein houden door haar vrouwelijke ondergeschikte hetzelfde te behandelen als haar mannelijke evenknie zou hebben gedaan. Want zij is zich ook nog steeds aan het invechten. Dat is namelijk nooit klaar, dat is het gemene, oneerlijke eraan.

Dus, meneer Slob, gaan we nog iets doen aan deze zijn functie onterende bewindsdiscriminator? Gaan we eindelijk opkomen voor onze collega’s, zelfs als ze… (ik durf het bijna niet te zeggen!) vrouw zijn?