61. We zijn eruit! Toch? (Achtergrondstraling)

Uit theoretische berekeningen, deels gestoeld op waarnemingen van de kosmische achtergrondstraling, verwachten sterrenkundigen een bepaalde hoeveelheid materie waar het complete heelal uit moet zijn opgebouwd. Bij die hoeveelheden moeten snelheden van sterrenstelsels die veel verder weg staan ook een bepaalde waarde hebben, maar die klopte steeds niet. Onder andere donkere materie moest deze discrepantie verklaren, maar nu lijkt dan toch dat de vermiste hoeveelheid materie wel degelijk aanwezig is, en zelfs in de vorm van baryonen; het idee donkere materie mag weer terug in de kast! Aldus het artikel The Last of the Universe’s Ordinary Matter Has Been Found door Katia Moskvitch, september 10, 2018 in https://www.quantamagazine.org/the-last-of-the-universes-ordinary-matter-has-been-found-20180910/.

Laten we donkere materie als een bijzonder creatief stukje natuurkunde blijven zien, dat nu helaas toch niet de beloftes inlost – snif – en het bewaren voor een later moment als we tegen een probleem oplopen dat hier wel mee opgelost kan worden. Zo doen ze dat in de wiskunde ten slotte ook.

Deze kwestie zou de wetenschap mooi aan kunnen grijpen om ‘het grote publiek’ te laten zien hoe wetenschap werkt en waarom het “dus” geen mening is, ondanks dat meningen er ontegenzeggelijk een grote rol in spelen. Het verschil kan getoond worden door de verschillende stappen te laten meeleven, als het ware.

Hier is een onderzoeksgroep op het spoor van de laatste ontbrekende materie gekomen, niets mysterieus aan de aard ervan, met onderzoeksmethodes die kunnen en zullen worden gereproduceerd (of ontkracht) door andere onderzoeksgroepen. Daar zullen vervolgens de oorspronkelijke resultaten wel of niet weer opduiken; de conclusies worden bevestigd of weerlegd. Als elke stap breed wordt gedeeld met het grote publiek dan kan die zien hoe meningen kunnen leiden tot theorieën die vervolgens bevestigd kunnen worden met onweerlegbare meetgegevens, waarbij de interpretatie ervan volgens regels gebeurt die niets meer met “een mening” te maken hebben maar slechts tot de enig juiste conclusie kunnen leiden.

Wanneer een groter publiek dit proces kan volgen en zelfs begrijpen kan wetenschap weer meer gewicht krijgen bij grote, moeilijke, maatschappelijke beslissingen en niet meer zonder meer worden afgedaan als “ook maar een mening” of zelfs “nepnieuws”. Daar zijn we hard aan toe.